Zuid Bretagne, juli 2021
Allereerst, dank voor het meelezen met ons fotodagboek op Polarsteps, zie link op homepage.
We zijn weer aan boord! Het is 18 juli en we zijn na een week werken en familie/vrienden (ook weer leuk) bezoeken als een speer naar Brest terug gereden. Het is een keer zo warm als toen we vertrokken, toen 14 graden nu 29 graden. We mikken alle meegebracht Nederlandse spullen zoals drop, koffiecups en schone was aan boord en de volgende morgen zijn we meer dan blij dat we uit de snikhete ommuurde haven van Brest mogen vertrekken.We zeilen naar Camaret-sur-Mer en dat gaat toch tráááág! We hadden al zo'n vermoeden dat de romp aangegroeid zou zijn met wier en beestjes maar dat het de boot zó zou vertragen? In Camaret-sur-Mer gaat Rob met duikbril en snorkel en met een opblaassurfplankje, een glaszetterszuignap en een krabber/schuurspons te water om het haarfijne grasachtige 10 cm lange wier er af te krabben.
De volgende dag gaan we rond de een na laatste kaap van Bretagne en daarmee ook de beruchtste: Pointe du Raz. En razen kan het daar. De Atlantische deining en golven persen zich met het getij tussen en over de rotzen van Île de Sein en de Pointe du Raz door wat spectaculaire stroomsnelheden en omhoog komende golven op kan leveren. Gelukkig is dat vandaag als een tochtje over de Waddenzee. Oostenwind kracht 1, prachtig weer en een kalme zee.Raz du Sein met vuurtoren la Veille
We ronden de hoek en gaan in de baai van Audierne tegenover Esquibien aan een meerboei. Het is warm!
We ritsen de schaduwdoeken aan onze bimini/zonnetent en zijn blij met een verkoelend briesje. We gaan met de rubberboot naar Audierne voor een ijsje en wat boodschappen. Een leuk plaatsje met het strand tot in het dorp aan een prachtige rivier. Morgen komt Zeerob, ook een Breehorn 48 met vrienden Robert en Dianne deze kant op en daarom blijven we een dagje. We gaan met fietsjes en al naar het dichtsbijzijnde strand, sleuren de bijboot tot boven de vloedlijn en klappen de fietsjes uit voor een toer door de omgeving naar Pont Croix waar we in een geweldige crèperie lunchen. 's Avonds borrelen we en eten we met Robert en Dianne en praten we bij over alle zeilavonturen.Fietsen langs de rivier
De volgende dag gaan we verder langs deze kust. Eerst naar de rivier L'Odet en meren we aan in St. Marine, tegenover Benodet waar we ooit met vakantie waren. De volgende morgen is daar de verwachte weeromslag, regen en onweersbuien. We doen wat klusjes en gaan met het pontje naar de overkant voor een koffie en boodschappen en een buskaartje naar Quimper voor de volgende dag. In regenjas en lange broek bezoeken we deze prachtige middeleeuwse stad en dwalen door de straatjes met leuke winkeltjes. Er is een middeleeuws festival gaande met een band en meisjes in klederdracht. Het valt letterlijk in het water als de miezer echte regen wordt. Eenmaal in de bus kijken we 20 minuten naar een demonstratie die de doorgaande route blokkeert tegen de coronamaatrdegelen in Frankrijk. Wat gele hesjes en een divers gezelschap scanderen 'Liberté!' Ze zijn tegen een passe sanitaire die getoond moet worden bij horeca en cultuurinstellingen en die daarmee vaccinatie afdwingt. Maar waar de vrijheid van de een begint eindigt die van een ander... De volgende dag gaan we verder richting Île de Groix. We zijn nog betrekkelijk vroeg en daarmee verzekeren we ons van een plekje in deze vaak overvolle haven. De havenmeester weet een plekje en vaart voor 'Follo mie! Als we om een kluwen bootjes aan meerboeien zijn heen gevaren zint het 'em toch niet. Of we willen draaien? Dat moet dan om de as want veel ruimte is er niet. Rob blijft koelbloedig en de havenmeester duwt z'n bijboot tegen de boeg van grote Mees om de draai af te maken. 'Follo mie! En daar gaan we weer. Nu naar de volgende grotere boot om langszij af te meren. Hij wijst en roept weer 'Follo mie!! Dan komt er een grotere rubberboot op hoge snelheid met dito hekgolf aan, de opperhavenmeester met een stem als een kanon. 'Ties wee, follow mie, plies!! Breiwerk op Ile de Groix
Met hulp van de buurman liggen we uiteindelijk aan een voor- en achter meerboei vast. Pffff. We lopen een rondje door 2 dorpjes, schattig Frans sleets met een heerlijke bakker.
Dan door naar Belle Île de Mer, de naam zegt het al. Zelfs de Fransen vinden dit. Ook hier belanden we in een kluwen boten en is onze rubberboot de verbinding met de wal. Le Palais is een leuk dorpje met weer een zalige bakker en als tegenhanger een vreselijk lelijke kitch kerk met goudkleurige mozaïektegeltjes op de preekstoel. Hier huren we een auto voor de dag erna om het eiland ter grootte van Texel te verkennen. Het zeikt van de regen als.. én de buurman weg wil én de auto bij de verhuur afgehaald moet worden. Redelijk doorweekt zitten we uiteindelijk in de Twingo Electrique en toeren we over het inderdaad meer dan mooie eiland met een ruige rotskust aan de zuidkant waar Monet z'n rotsen schilderde, leuke dorpjes, mooie stranden en een overheerlijk terras in Locmaria met buitenkeuken waar de een copieuze lunch genieten, lekker! We rijden op de terugweg langs de super om voor een aantal dagen in te slaan. Dat scheelt sjouwen.Monets' rotsen op Belle Île
De volgende dag racen we richting de baai van Quiberon. We sturen door de vaargeul tussen de rotsen boven en onder water door en scheuren naar Trinité sur Mer waar we later die middag de Anna weer treffen met Maarten en Irene. Trinité is een leuk, mooi opgeknapt dorp en een waar zeilersmekka met enorm grote trimarans bekend van zeilraces afgewisseld met mooie oude sloepjes. Vanaf hier gaan we op de fiets naar Carnac, bekend van z'n Menhirs.Aan een strand op Belle Île