Crew Rob en Nynke


We zeilen sinds 2011 met grote Mees,
Rob en Nynke
een Breehorn 48 met liftkiel.

Rob ('63) begon op z'n 14e met zeilen nadat hij op zeilkamp in Uitwellingerga voorgoed met het bootjesvirus was besmet. Hij kocht van z'n zakgeld een 420 en zeilde hiermee op de Loosdrechtse Plassen. Nynke ('64) begon op dezelfde leeftijd als fokkemaat. Met de buurjongens mee naar het Zuidlaardermeer werd een standaard in het weekend. Uiteindelijk werd ze vaste zeilmaat van Johnny in een Simoun 445.
Het zeilen werd spelenderwijs geleerd, omslaan, boot weer overeind trekken en ...door!
Rob

In 1982 beginnen beiden met een studie in Utrecht, Rob doet tandheelkunde en Nynke mondzorgkunde. In '83 krijgen we een relatie die tot op heden voortduurt en waarin vele boten de rode draad vormen. Als eerste grote gezamenlijke investering kochten we een Waarschip 570 Aquatic met een gat in de romp. Drie maanden klussen volgden en ging de huwelijksreis met Aquatic dwars door Friesland. 
Toen de kids peuters waren was er even geen boot. Eenmaal uit de luiers kochten ze een Yamaha 25 Paddington. 
Met Paddington werd heel Friesland doorkruist, elk kind een hondenkooi, Duplo, tuutuutbootjes achter de boot en koken op spiritus. 
Met grotere kinderen wilden we verder weg en dus ook graag een grotere boot. 
Paddington werd ingeruild voor een First 32s5 Oxygen met een Philippe Starck interieur met witte kussens! Per direct gold een verbod op het gebruik van viltstiften maar aan een lading chocomelk viel niet te ontkomen. Met Oxygen werd de Waddenzee en Zeeland bevaren, tot in België ging het. Maar met een vlak en breed achterschip was Oxygen een hobbelpaard die regelmatig uit het roer liep. En er waren weer 5 jaren voorbij dus Rob wilde een grotere, snellere boot met betere zeegang. Na lang zoeken werd het een nieuwe Scanner 391 Pulse. Met Pulse werd het hele IJsselmeer en Waddeneilanden in de weekenden bezeild. Zomervakanties gingen naar de Oostzee, Frankrijk en Engeland en twee keer met de Toerzeilers en kids op pad.
Nynke

Toen overleed Rob's vader op 72 jarige leeftijd en werd pijnlijk duidelijk dat er soms geen later meer is. De dromen van ooit langer en verder weg werden plannen en daar hoorde een bijzondere boot bij. Er kwam een lijstje met harde aankoopcriteria:
* Maximaal 2 meter diepgang en het liefst een variabele diepgang
* Een kottertuig
* Vaste buiskap of dekhuis
* Een fijn groot bed
* Minimaal 45 voet
* Een echte zeilboot geen comfortcontainer
We doorkruisten havens, vroegen informatie aan, bekeken het aanbod bij jachtmakelaars en zo kwamen we bij een Sweden 45 die het uiteindelijk niet werd omdat de eigenaar nog even de boot op het Vrouwenzand parkeerde in een winterwedstrijd.
We vlogen zelfs naar Malta om een Elliot 50 te bekijken, te diep en te groot. 
Tot we op de Hiswa een tekening zagen van een Breehorn 48 met liftkiel. We gingen proefzeilen met een Breehorn41 en een Breehorn44 en gingen overstag door de vaste buiskap en geweldige zeileigenschappen.
In 2011, 3 maanden na het overlijden van Rob's moeder, eveneens op 72 jarige leeftijd, werd 
grote Mees te water gelaten.
De eerste reis ging naar Noorwegen en Zweden en terug via Denemarken en het Kielerkanaal.
De jaren hierna gingen er meerdere reizen naar de Oostzee met Bornholm, Rügen en weer 'ns Denenmarken als bestemming. En Groot Brittanië werd aangedaan met de oostkust en later naar Wight, de zuidkust en de Kanaaleilanden. En laten we Frankrijk niet vergeten met de Normandische kust met Honfleur als hoogtepunt.