Hoe Grote Mees aan z'n naam komt.

Onderstaand artikel is in 2016 verschenen in De Breespraak, het magazine van De Vereniging van Breehornzeilers.


Waarom onze Breehorn 48 ‘grote Mees’ heet:

 

Op de HISWA 2008 zagen we tekeningen van de nieuw te bouwen Breehorn 48 en daaronder in kleine lettertjes: ‘ook uitvoerbaar met liftkiel’; onze grote wens.

In diezelfde periode werd onze vriend Marcel, toen 44, ernstig ziek; leukemie in de meest beroerde vorm. Van een drukbezette en over de hele wereld reizende salesmanager werd hij een patiënt die blijmoedig allerhande nare behandelingen onderging op afdelingen waarbij lichamelijk contact onwenselijk was en verkouden bezoekers geweerd werden. 

Ondertussen voerden wij, gebogen over de tekeningen, gesprekken over de B48 variant met liftkiel; het waren twee uitersten. 

Mei 2009; Marcel meldde zich via Skype vanuit het ziekenhuis, hij mocht een lang weekend naar huis en vroeg of hij en z’n vrouw misschien een weekendje met ons mee mochten zeilen. 

We gingen wel vaker met z’n vieren een weekend weg. Wij namen hen dan mee zeilen en zij namen ons mee naar al die Europese steden waar hij als reiziger goed de weg wist en ons leerde om een stad te ondergaan in plaats van de reisgids te volgen.

Met Skypenaam ‘grote Mees’ onderhield hij z’n contacten vanuit het ziekbed.

Mees, zo noemden z’n broers hem vroeger en omdat er inmiddels ook een klein neefje was met die naam, werd het: ‘grote Mees’.

Marcel vertelde dat hij een stamceltransplantatie moest ondergaan en daarvoor 6 weken in quarantaine moest in het ziekenhuis. Het zou kantje boord kunnen worden...

Het werd gelukkig rustig zomerweer. Marcel hees z’n 2 meter lange, haarloze en broze lijf aan boord en was blij dat hij alleen maar hoefde te zitten. We zeilden van Workum naar Makkum. Van Makkumhaven naar het restaurant was 100 meter lopen en dat lukte nèt. 

De volgende dag, met een lopend windje en zonnig weer, vertelden we dat we een Breehorn 48 gingen bestellen èn dat de boot zijn naam ‘grote Mees’ zou krijgen. Maar bovenal hoopten we dat hij de boot zou kunnen dopen als die in juni 2011 te water gelaten zou worden. 

Marcel heeft de speech voor de tewaterlating in meerdere versies geschreven, ook één die z’n vrouw zou voorlezen, in het geval hij al overleden zou zijn.

Marcel, grote Mees, heeft de boot zelf te water kunnen laten en leeft nog steeds in wat hij 

zijn ‘ziektevrije periode’ noemt.

Onze boot is vernoemd naar een echte reiziger van twee meter twee die groots z’n ziekte te lijf is gegaan en van kantje boord over is gegaan in volle kracht vooruit. En die ons bovendien heeft leren reizen in plaats van op vakantie gaan.


Speech van Marcel uitgesproken op 25 juni 2011 tijdens de tewaterlating van Grote Mees.

Voor degene die me niet kennen:  Ik ben Marcel en ik ben Grote Mees.

Grote Mees: Dat roept een paar vraagjes op, tenminste als ik in de groep stond te kijken naar degene ervoor:

1.     afvragen waar deze naam vandaan komt,

2.     waarom mijn naam op deze prachige boot staat

3.     Waarom staat mijn naam er niet op. Voor beantwoording van de laatste vraag nodig jullie uit verhaal te gaan halen bij Rob en Nynke

Antwoord op 1e vraag is redelijk gemakkelijk: groot, moet ik iemand daarbij helpen? Marcel, Marcelein, Mesolein, Meso, Mees. 35 jaar geleden was dat nog een vreemde naam, tegenwoordig zijn er meer. 

Is er dan ook een kleine Mees? Ja die is er ook: mijn neefje, zoon van mijn broer Ivo, heet Mees en daar moesten we wat op vinden: grote en kleine Mees. 

Antwoord op de 2e vraag gaat dieper. Dit verhaal begint 2 jaar geleden en ik wil jullie dus mee terug nemen naar dat moment.

We liggen in de haven van Makkum. Rob, Nynke en Doetie, mijn vrouw, en ik zitten op het achterdek van de Pulse (vorige boot). Ieder jaar gaan we samen een weekend varen, lekker eten, fietsen en praten. Dat is wat Rob en Nynke graag met ons delen, de ervaring van het waterleven en alles wat daarbij komt.

Maar deze keer is het anders. Ik kom net uit het ziekenhuis waar ik een zeer zware chemokuur heb ondergaan. 4 Dagen na die kuur zal mijn hele afweer zijn platgelegd en moet ik de Hematologische Intensive Care afdeling op waar ik een kleine twee weken zal worden opgesloten in een bijna steriele omgeving. Dit weekend geeft net ruimte om even naar huis te mogen en ik heb gezien dat het mooi weer gaat worden. Dan dus ook meteen maar vragen of we kunnen zeilen. Zwak en misselijk van de chemo is beter te verdragen als je iets leuks doet. Ik ben dus kankerpatiënt en heb een leukemie-achtige kanker. Eentje die ongeneeselijk is en waar je niet oud mee wordt.

We praten en genieten van de tijd die ons samen gegeven is op deze prachtige zaterdagavond. Rob en Nynke vertellen ons over de nieuwe boot die ze gaan bouwen en ik wil natuurlijk weten hoe die gaat heten:

GROTE MEES!!! Ik ben overdonderd want dat betekent veel meer dan ik dacht te betekenen. Ik breek uit in tranen en de rest met mij! De vraag waarom is er een die je niet snel stelt omdat je een gegeven paard nou eenmaal niet in de mond kijkt maar je wilt het wel graag begrijpen!

Het antwoord op die vraag ben ik sinds die tijd aan het vervatten in deze speach. De eerste versies zijn veel emotioneler dan de versie van nu omdat ik gezond ben en mijn levensverwachting beter is. De vraag die altijd is blijven staan en die ik jullie graag zou willen beantwoorden is dus alleen nog steeds: wat verschaft mij de eer?

Is het de eer die de kankerpatiënt nou eenmaal te beurt valt? De angst iemand te verliezen en die vast te willen houden met foto’s, aandenkens of een naam op je boot? Dit zijn eigenlijk herinneringen die bij leven worden aangebracht in anticipatie op je dood. En dat gaat voorlopig nog even niet gebeuren. 

Een les die kanker je leert is dat later misschien niet bestaat. Je moet de kansen in het leven grijpen als ze zich voordoen. Later wordt het nooit beter. Ik denk dat Rob en Nynke hun kans hebben gegrepen. Anders hadden we nog op die lullig oude tobbe van een Pulse gezeten hebben. De paupers!

Kanker zal dus ongetwijfeld een rol hebben gespeeld maar dat is niet het enige. Rob en Nynke nemen ons mee zeilen. Doetie en ik nemen Rob en Nynke mee op reis. Zoveel mogelijk onvoorbereid. Ik ben een reiziger voor werk en plezier en verken de wereld graag zonder belast te zijn met voorkennis. Als we samen op reis gaan, springen we onbevangen een nieuwe wereld in. Dat is tegennatuurlijk voor Rob maar vooral Nynke. Verlies van controle houdt verrassingen in, goede en slechte.Te vertrouwen op de goede verrassingen, daar gaat het om. En hier op dit punt kruist het zeilen het reizen naar onbekende bestemmingen. Hier begint het verhaal van de Grote Mees. De boot die onbevangen de wereld in zal varen zonder angst voor slechte verrassingen. 

Maar misschien is nog meer reden te vinden in het feit dat ze onze beste vrienden zijn en altijd voor ons klaar staan.

Hoe het ook zei,  ik mag de schutspatroon zijn van deze boot. Bij leven en bij dood. Deel van mij mag voort blijven bestaan in deze boot want ik verwacht dat deze boot mij gaat overleven.  Verwachten is eigenlijk niet het juiste woord als je schutspatroon bent. Dan zorg je er gewoon voor. Ik wens daarom Grotemees geen behouden vaart, ik beloof mijn best te doen voor een behouden vaart. Met twee waarschuwing: Nynke: blijf uit de buurt van ASSHOLE Duitsers die niet kunnen varen. En Rob: een navigatieton ligt echt op zijn coördinaten als je die hebt ingevoerd. En je boot zal daar dan ook recht op afsturen. 

Ik sta een stukje van mijn geschiedenis af aan deze boot en zal een stukje van mijn toekomst erin investeren:  ik beloof mijn best te doen voor:

 

GROTE MEES: EEN BEHOUDEN VAART!!! 


NB: Marcel (Grote Mees) is door 3 stamceltransplantaties én experimentele  immuuntherapie hersteld van mantelcel lymfoom. Hij is in goede gezondheid, werkt, reist en geniet samen met zijn vrouw Doetie van reizen, hun teckels, kinderen en kleinkinderen. 

Nynke