
Nou, Sars-CoV-2 virus klinkt al akeliger. Eerst leek het zo'n Chinese uitwas, ontstaan op die overvolle markten met levende dieren, geslacht vlees, vleermuizen en heel veel mensen. Toen leek het ver weg en vooral een Aziatisch ding, zoals Sars en Mers ooit. Die kwamen toch ook niet dichtbij?
Maar nu is het menens. Ik zou op 12 maart naar Philadelphia in de VS vliegen, een vriendin bezoeken. Op Schiphol klonk 'U vliegt op eigen risico mevrouw'! Heen lukte wel maar terugkomen? Daar kon niemand iets over zeggen. Het bleek later nog extremer, het hele internationale vliegveld van Philadelphia werd gesloten en ook in de VS volgenden de, volgens mijn vriendin 'brainfuckin' veranderingen, zich snel op. En dus ging ik weer per trein naar huis.
Dan maar vakantie in eigen land en naar de kinderen die in Groningen wonen.
Onze zoon had zondags een tafeltje gereserveerd. Tien minuten na Rutte's 'intelligente lockdown' stonden we bij de Lidl, nèt voor sluitingstijd, om inkopen te doen voor de nasi.

Op weg naar huis, in de auto, realiseerden we dat óns vertrek ver na 1 mei zou zijn. En we realiseerden ons ook dat we voorlopig niet zouden werken. We werken beiden in een tandartspraktijk en zien dagelijks zomaar 30-40 mensen en werken in de orale nattigheid is vragen om besmetting.
Vrij snel schakelden we naar een andere modus; we hebben elkaar, we zijn nog gezond, de boot is onder handbereik en ligt in het water en zeilen lukt ook nog.

Het was fijn op het water, even ver weg kijken, even aan niks anders denken, wat mijmeren richting de golfjes, een dutje in de luwte van de buiskap.
Iedereen moet omschakelen en vooral omdenken in een stokkende wereld.
Dat blijkt vooral een modus die menig vertrekker al met ons deelde; het gaat nooit zoals gedacht, plan A wordt nagenoeg nooit zo uitgevoerd en plan B en plan C moeten al klaar liggen, just in case. En.. haast hoef je niet te hebben.
Maar vooral, geef je over aan de situatie waarin je zit en maak er het beste van. Uiteindelijk komt aan alles een einde.
En dat doen we nu, er het beste van maken.

De administratie is uitgezocht, er wordt gesausd, twee slaapkamers worden opgeknapt en...
we draaien nu spoeddiensten.
En dát voelt toch een soort van 'eng'. Terwijl we gewend zijn om in de frontlinie van virussen te werken.
Mijn baas Cees zei het al aan het begin van m'n carrière : 'Nog 180 griepvirussen te gaan'! We zijn inmiddels aardig afgehard maar ook wij hebben geen immuniteit tegen Corona. Het is ook eng omdat niet zieke mensen het virus al blijken te kunnen verspreiden. En dat werkt ook omgekeerd. Als wij toch besmet blijken krijgen onze patiënten het ook.

En wat als Rutte meldt dat we tot 1 juni op 1,5 meter van elkaar moeten blijven?
Ik vrees voor mijn jonge collega mondhygiënisten, vaak werken ze als ZZP-er.
Die vierduizend euro overheidssteun blijkt alleen voor sectoren die op last van de overheid de deuren moesten sluiten. En niet voor de mondzorg die op eigen initiatief de praktijken sloot om snelle verspreiding van het virus tegen te gaan en nu, net als vele andere sectoren, onverbiddelijk op de economische galg afstevent.
We prijzen ons gelukkig dat we in het prachtige Fryslân wonen in een fijn huis dicht bij bos en hei en met een zeilboot in het water, de Waddenzee en IJsselmeer vlakbij. We vermaken ons wel in deze wat gepensioneerd aandoende periode .